Vlees

Vlees van het Shetland Schaap

Zoals bij het fokken van iedere diersoort, hebben wij gemiddeld ook evenveel ooien als rammen. Van de ramlammeren zijn weinig dieren inzetbaar voor de fokkerij. Aangezien Shetland schapen nogal klein zijn, weegt een ramlam, dat geboren is in april en geslacht zou kunnen worden in de eerste weken van oktober, slechts 12 tot 15 kilo. Daarom worden onze ramlammeren gecastreerd en blijven tot het volgende jaar bij de kudde. Onze schapen lopen in een kruidenweiland en krijgen in de winter natuurhooi en biologische brokjes bijgevoerd. Het volgende seizoen worden ze, na een jaar prettig geleefd te hebben, aan de regionale slager aangeboden. Het vlees heeft op dat moment een opmerkelijk laag vetgehalte, bevat veel omegazuren en onverzadigde vetzuren, wat het resultaat is van zijn dieet. Het vlees is perfect voor mensen die op hun cholesterolgehalte moeten letten…… laat iedereen die dat niet hoeft z’n vinger opsteken!

Een op natuurlijke wijze opgefokt lam smaakt eenvoudigweg zalig. Los van de conventionele bout- en schouderbraadstukken zijn ook een lendestuk en karbonades (probeer ze eens gegrild, medium gaar, opgediend met nieuwe aardappelen en een hollandaisesaus met mint) aan te bevelen. Verder kan het vlees ook gebruikt worden voor gezonde hamburgers en wat ze in Engeland lamb stew noemen, een stoofpot, waarbij vlees gebruikt wordt dat heel langzaam gekookt is. Ook is het vlees heel geschikt om een lekkere paté van te maken.

Er is een groeiende vraag naar vlees van dieren die op natuurlijke wijze zijn gehouden. Men is zich vandaag de dag meer dan ooit bewust van sommige dubieuze activiteiten binnen de gangbare veeteelt.

Veel mensen in Amerika eten geen lamsvlees omdat deze een schaapachtige smaak heeft die hen tegenstaat. Deze smaak wordt gevonden in het vet van een schaap of lam. Praktisch alle “commerciële” lammeren in Amerika worden afgemest met graansupplementen waarin hormonen zijn opgenomen. Deze extra toevoegingen aan het dieet zorgen bij het lam voor de ontwikkeling van een substantiële hoeveelheid inwendig vet, wat ook nooit meer uit het vlees gaat. Een Shetlandlam heeft slechts een dun laagje vet aan de oppervlakte van het karkas en rond de nieren en wordt geclassificeerd als ultra mager.